Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jeremia gebood Baruch, zeggende: Ik ben [7]opgehouden, ik zal in des HEEREN huis niet kunnen gaan. 7. Of opgesloten, dat sommigen verstaan van enige gevangenschap, of gevangenneming, uit boven hfdst.33 vs.1, waar hetzelfde Hebreeuwse woord gebruikt wordt. Maar anderen, oordelende dat zulks niet wel overeenkomt met onder vs.19, nemen het voor enig ander beletsel, als door een bijzonder bevel van God, of enige uiterlijke onreinheid der wet, of een godsdienstige belofte, zie Num.19:11, enz.; 1 Sam.21:7; Neh.6:10.